Het heidebos

Het Heidebos is een bos op heidegrond…. Da’s niet moeilijk, hé.

Ligging

Het ligt op de grens van het Waasland en het Meetjesland, met links op de kaart: Wachtebeke en rechts: Moerbeke.

Het Heidebos ligt tussen Wachtebeke en Moerbeke

Tussen Stekene en Maldegem ligt een droge duinengordel. Dat is een overblijfsel van de laatste ijstijd: een dam van zand, die 5 m hoger ligt dan de Moervaartvallei (of -depressie) in het  zuiden.

Ligging van het Heidebos op de Dekzandrug

Het Heidebos is een natuurgebied van meer dan 300 hectare. Het werd in 1996 gecreëerd door Natuurpunt en in 2001 erkend als Europees “habitatrichtlijngebied”. Dit zorgt voor de strengste wettelijke bescherming.

Geschiedenis

Wanneer we teruggaan in de tijd, zien we dat op deze plaats een oerbos stond. In de vroege Middeleeuwen was de zandrug bedekt met naald- en loofbomen. Ondanks de arme zandgrond werden stukken land ontgonnen door de abdijen en kloosters (de Sint-Baafsabdij van Gent en de Boudeloo-abdij van Klein-Sinaai). Het is door deze landbouw, dat het bos vandaag veel open heide en weidegronden heeft (verlaten akkers).

Deze plaats werd Affelgem genoemd, het was een hoogte waarop 5 windmolens stonden. Al deze molens verdwenen rond 1600. Van één van de molens (die aan de Knokkestraat) is de molenberg nog zichtbaar in het landschap. De andere vier molenbergen verdwenen bij de aanleg van het vliegplein (dat komt later…). het waren molens die werden gebruikt voor het vermalen van lijnzaad voor de productie van lijn olie. In deze streek werd toen veel vlas verbouwd. De lijn olie werd gebruikt voor het maken van verf, zeep en voor medicamenten.

Tijdens de Tachtigjarige oorlog (de oorlog tussen de Nederlanden van Willem van Oranje en het Spanje van Filips II), lag deze plek pal in de frontlinie. De Spanjaarden bouwen een reeks primitieve forten, waarvan enkel nog het fort “Francipani “(1585-heropgebouwd in 1644) min of meer in het landschap kan worden herkend. Het oude fort “Papemutsen” lag wat verder in de Keizershoek en “Fort ter West” lag aan de steenweg tussen Wachtebeke en Moerbeke.

De locatie van de oude forten

Tussen 1700 en 1750 werd het gebied opnieuw bebost: de magere gronden brachten te weinig op.  Op de Ferrariskaart van 1775 zijn de contouren van het huidige bos duidelijk herkenbaar.

Ferrariskaart 1775

Spoorlijn

Op 25 maart 1867 werd spoorlijn 77A in gebruik genomen. De lijn Lokeren-Zelzate passeerde Moerbeke en Wachtebeke (ter hoogte van den Aldi), en liep ten zuiden van het heidebos.  De lijn werd vooral gebruikt tijdens de bietencampagne en later voor het vervoer van staal uit de Sidmar-fabriek. In 1960 reed de laatste personentrein en in 1971 de laatste goederentrein.  De sporen werden weggehaald en de bedding werd geasfalteerd. Het is nu een fiets- en wandelpad.

Het station van Moerbeke (vroeger en nu)

Viegveld

In 1939 bouwde het Belgisch leger hier een vliegveld, met een landingsbaan en verder in het bos enkele schuilkelders. Veel nut heeft het vliegveld niet gehad, want toen de Belgische soldaten zich in 1940 moesten terugtrekken voor de oprukkende Duitsers, vernietigden ze de infrastructuur. In september 1944 kwamen de geallieerde troepen Moerbeke binnen en kwam het vliegveld in Engelse handen. Het terrein werd een werkplaats voor rollend materiaal; veel vliegtuigen zijn er niet meer geland.

De sporen van de betonbanen zijn nog steeds zichtbaar; de oudere bevolking van Moerbeke en Wachtebeke spreekt nog van “het vliegplein”.

Natuurreservaat

Na de oorlog was het bos lange tijd privaat domein en werd het gebruikt als jachtgebied, tot het werd gekocht door Natuurpunt en opengesteld als natuurreservaat.

Door de verscheidenheid van biotopen: naaldbos, loofbos, verlaten akkers, heide, graslanden, …  wonen in het Heidebos heel wat dieren, w.o. de nachtzwaluw, de wespendief, de zwarte specht, eikelmuizen, eekhoorntjes, hagedissen en sinds kort ook enkele reeën.  

Om het ecosysteem terug in evenwicht te brengen (o.a. door de jarenlange verwaarlozing in de 2de helft van de 20ste eeuw) worden allerlei projecten uitgewerkt. Sinds het ontstaan van het reservaat, levert Natuurpunt een verwoede strijd tegen het dichtgroeien van de heide door de Amerikaanse vogelkers en de adelaarsvaren.

De “indringers”

Galloway-runderen

Een paar jaar geleden werden Galloway-runderen ingezet om te het natuurlijke evenwicht te herstellen. Ze eten van de struikheide, de opschietende bomen en struiken en de kruiden. Daarmee zijn ze belangrijk voor de verjonging van struiken en bomen en de verspreiding van de zaden (de mest trekt weidevogels aan, zoals de kievit en de scholekster). Momenteel lopen er zo’n 15 runderen vrij rond in het bos.

Galloway-koeien

Galloway is een hoornloos, meestal zwart of donkerbruin, runderras uit het zuidwesten van Schotland.

Ze hebben weinig zorg nodig en zijn niet agressief. Toch moeten ze voorzichtig worden benaderd: ze zijn soms onvoorspelbaar. In september 2018 werd een wandelaar in het natuurgebied Oude Landen in Ekeren ernstig gewond, toen hij door een koe werd omver gelopen.

De koeien hebben een gemiddelde schofthoogte van 1,20 m en wegen tussen 500 en 600 kg. De stieren zijn gemiddeld 10 cm groter en wegen tussen 600 en 900 kg.  Het vlees van de Galloway is eetbaar. Op driejarige leeftijd zijn ze rijp voor de slacht.

Wandeling

De wandeling is 6,5 kilometer, waarvan 6,40 km onverhard (100 m over de Hoogstraat). Ze voert ons door het hart van het Heidebos.